Hoe vul ik mijn aangifte inkomstenbelasting in voor Capler?
Wessel Oosterman, 29 January, 2025
Leuker kunnen we het invullen van uw aangifte inkomstenbelasting niet maken, makkelijker wel. In dit artikel leest u hoe u een Capler belegging invult op uw belastingaangifte.
Voor Nederlandse particuliere beleggers
De meeste beleggers bij Capler zijn particuliere, niet-zakelijke beleggers die in Nederland belastingplichtig zijn. Voor hen is de belastingaangifte over 2024 eenvoudig: zij hoeven de waarde van hun belegging bij Capler niet in te vullen.
Hoe zit dat? Als je totale vermogen boven het heffingsvrije bedrag uitkomt, moet je in uw belastingaangifte de waarde van al uw bezittingen opgeven. De Belastingdienst kijkt daarbij naar uw vermogen per 1 januari 2024. Omdat het Capler Private Equity fund-of-funds pas in 2024 is opgericht en er op 1 januari 2024 nog geen beleggingen waren, hoeft u Capler niet mee te nemen in uw aangifte.
Nederlandse pensioenbeleggers via de lijfrente
Valt de lijfrentebelegging die u in 2024 deed binnen uw jaar- of reserveringsruimte? Dan kunt u dit bedrag bij de belastingaangifte over 2024 aftrekken van uw belastbaar inkomen in box 1. Zo krijgt u een deel van uw inleg terug.
In uw aangifte inkomstenbelasting vinkt u eerst aan “Uitgaven voor lijfrente, alleen bij een pensioentekort” in de sectie “Uitgaven”. De totale inleg die u in 2024 deed als lijfrente vult u onder de sectie “Uitgaven voor lijfrente” in. Hier moet u ook gegevens invullen om de totale jaarruimte in 2024 te bepalen.
Let op, u vult dus de inleg in en niet de eindwaarde van uw belegging per 31 december 2024. Dit is het totale (bruto) bedrag dat u stortte op uw lijfrenterekening, ook als dit geheel of deels per 31 december 2024 als cash bij Capler in de boeken stond omdat de acceptatie van de belegging op die datum nog niet had plaatsgevonden. U vult ook het rekeningnummer van uw lijfrente beleggingsrekening in tijdens de aangifte. Het rekeningnummer staat vermeld op uw jaaroverzicht.
Voor Belgische beleggers
Het Capler Private Equity Fund-of-Funds keert geen dividenden of interest uit en betalen daarom geen roerende voorheffing van 30%. De meerwaarde op aandelen is niet belast in België en hoeft niet jaarlijks opgegeven te worden bij de Belgische fiscus.
Wel moeten Belgische beleggers hun buitenlandse belangen opgeven bij het Centraal aanspreekpunt voor rekeningen en financiële contracten (het CAP-register).
Daarnaast zijn Belgische beleggers zelf verantwoordelijk hun deelname in het fonds aan te geven voor de Beurstaks (TOB). Dit is geen jaarlijkse opgave, maar moet officieel binnen 2 maanden na de transactiedatum (aankoop of verkoop) gebeuren. Doordat alle inkomsten van het fonds worden herbelegd zijn de participaties in het fonds ‘kapitalisatie aandelen’ en vallen daarmee onder het tarief van 1,32%.
Alle bovenstaande informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld, maar gebaseerd op algemene belastingwetgeving. Hierdoor kunnen hier geen rechten aan ontleend worden voor uw eigen specifieke belastingstatus- en aangifte, of situaties die hier niet worden beschreven (zoals zakelijke beleggers). Het is mogelijk dat dit bericht onvolledig is, onjuistheden bevat, niet voor u is bestemd en/of te laat wordt ontvangen. Hiervoor wordt geen aansprakelijkheid aanvaard. Bovenstaande is nadrukkelijk geen belastingadvies en voor vragen kunt u het beste contact opnemen met een gespecialiseerd en geaccrediteerd adviseur.

Duurzaam beleggen bij Capler: hoe groen zijn we?
Bij Capler streven we naar impact. Onze missie is om private equity toegankelijker te maken, zodat meer beleggers kunnen profiteren van deze assetklasse. Dit sluit nauw aan bij Sustainable Development Goal (SDG) 10: het verminderen van ongelijkheid. Maar impact gaat voor ons verder dan alleen toegankelijkheid. Naast financieel rendement willen we ook een positieve bijdrage leveren aan de wereld. In dit artikel bespreken we de belangrijkste principes van duurzaam beleggen en hoe het Capler Private Equity Fund-of-Funds hieraan voldoet.
Voor sommige beleggers is duurzaam beleggen een must. Andere beleggers hebben er weinig mee. Capler en veel private equity fondsen vallen in het midden. Met een lange termijn beleggingsstrategie kan je bijna niet anders dan vooruit kijken en risico’s van klimaat, maatschappij en politiek meenemen in je beleggingsbeslissingen. Alleen is het nog knap lastig om binnen de financiële wereld goed te begrijpen hoe duurzaam een belegging nu echt is.
Een woud aan dure woorden
Duurzaamheid, ESG, impact, Sustainable Development Goals, SFDR, Net Zero, lichtgroen of donkergroen beleggen worden allemaal door elkaar heen gebruikt. Want momenteel is er wereldwijd geen gestandaardiseerde definitie of marktconsensus wat nu precies geldt als een ‘duurzame’ of ‘impact’ investering.
- ESG staat bijvoorbeeld voor Environmental, Social & Governance; ofwel Milieu, Sociaal & Goed bestuur. Dit zijn criteria voor duurzame bedrijfsvoering die voortkomen uit de Principles of Responsible Investing, een organisatie opgezet door de Verenigde Naties
- Tegelijkertijd heeft de Verenigde Naties ook nog algemene doelstellingen bepaald voor een duurzame toekomst. Deze zijn samengevat in 17 punten, de Sustainable Development Goals.
- De Europese Unie heeft daarnaast weer haar eigen structuur geïntroduceerd om duurzaamheid te kwalificeren: de EU Taxonomie.
Nu kunnen we natuurlijk eindeloos ons beklag doen over al deze niet-verplichte en overlappende doelstellingen, beleidscriteria en kwalificaties, maar in het grotere plaatje is iets-nog-altijd-beter-dan-niets.
Maar wat zijn dan wel harde eisen voor investeringen en hoe kan je de duurzaamheid van een belegging beoordelen?
Harde eisen voor private equity
In de beleggingswereld zijn er momenteel 2 belangrijke en juridisch bindende manieren om naar duurzaamheid te kijken:
- Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR)
Voortvloeiend op de EU Taxonomy heeft de Europese wetgeving ook de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) geïntroduceerd. Dit is een verplichting voor alle beleggingsfondsen (waaronder private equity) om aan te geven hoe duurzaam zij beleggen.
Aan de hand van de criteria van de EU Taxonomy worden fondsen ingedeeld als een Artikel 6, Artikel 8 of Artikel 9 fonds. In het kort hanteren Artikel 6 fondsen geen specifieke duurzaamheidscriteria en Artikel 8 en 9 wel. Artikel 8 fondsen worden daarbij aangeduid als ‘lichtgroene’ beleggingen, waar Artikel 9 ‘donkergroene’ beleggingen zijn.
Op het moment dat beleggingsfondsen als groen bestempeld willen worden, zullen zij hierover ook moeten rapporteren. Daarnaast moeten zij in hun prospectus aangeven hoe zij aan de EU taxonomy voldoen. Dit gebeurt via handige gestandaardiseerde bijlagen, de pre-contractuele disclosures. - Exclusion lists
Een andere manier om meer te weten te komen over de impact van een beleggingsfonds is om te kijken naar de uitsluitingslijsten. Veel beleggingsfondsen nemen in hun prospectus op in welke sectoren zij wel of heel specifiek niet beleggen.
Deze uitsluitingen worden niet altijd gedreven door wetgeving, maar kunnen ook voortkomen uit de motieven van de beheerder van het fonds. Door de opname- of verwijzing vanuit een prospectus zijn deze zelf opgelegde uitsluitingen verplicht om na te leven. En hoewel de lijsten met sectoren voor elk beleggingsfonds verschillen, zijn veel voorkomende sectoren die worden uitgesloten:
Alcohol
Gokken
Pornografie
Tabak
Wapens
Maar soms ook: Ontbossing en kap van tropisch regenwoud, of olie- en gasproductie.
Bovenstaande kan dus gebruikt worden om beleggingsfondsen en private equity te kunnen beoordelen. Deze harde eisen zijn verplicht als een fonds een duurzaam label wil gebruiken. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat fondsen zonder label geen duurzame investeringen kunnen of zullen doen.

Duurzaamheid bij Capler
Duurzaamheid wordt door Capler breed geïnterpreteerd, niet alleen gericht op energietransitie maar ook op sociale gelijkheid, goed bestuur en het uitsluiten van controversiële sectoren. Maar vertaald naar de harde criteria die wij eerder omschreven ziet onze portefeuille er momenteel als volgt uit:
- Van de huidige private equity fondsen in portefeuille is één fonds geclassificeerd als Artikel 8,
- Twee fondsen streven naar Artikel 8 of 9 status,
- Twee fondsen vallen onder Artikel 6.
- Vier van de vijf fondsen hanteren een duidelijke exclusion list.
Bij Capler waarderen we goed koopmanschap en zien we private ondernemingen als een krachtig middel om positieve maatschappelijke impact te realiseren. Met een portefeuille vol veelbelovende bedrijven in medische innovatie, recycling en de energietransitie, dragen we bij aan een duurzamere toekomst—ook al wordt dit volgens sommige definities en labels niet altijd zo erkend.
We geloven dat transparantie de sleutel is tot bewust beleggen. Daarom hebben we op ons platform de fondsinformatie uitgebreid, met specifieke duurzaamheidsbeoordelingen per private equity-fonds en een inspirerend voorbeeldbedrijf dat volgens ons symbool staat voor impact. Zo helpen we beleggers weloverwogen keuzes te maken en samen te bouwen aan een betere toekomst.
Private Equity: Verwachtingen voor 2025
Nu we de feestdagen allemaal achter ons hebben gelaten, kijken we met frisse blik naar een nieuw jaar. Om de vooruitzichten binnen private equity inzichtelijk te krijgen, hebben wij gekeken wat alle fondsmanagers waarin het Capler Private Equity fonds momenteel is belegd, hierover hebben geschreven. We vatten de belangrijkste inzichten samen en geven ook onze eigen kijk op de private equity markt.
De vooruitzichten voor private equity in 2025 zijn positief, gedreven door dalende rentes, toenemende liquiditeit en een aantrekkelijk middensegment. Hoewel er nog steeds onzekerheid is over de macro-economische omgeving, lijken de fundamenten van private equity solide.
De korte termijn: dalende rentes zijn een stimulans voor de sector
Een door alle fondsmanagers gedeelde verwachting en de meest significante ontwikkeling zijn dalende rentes.
Na een periode van agressieve monetaire verkrapping door centrale banken, zijn de voorspellingen dat de Federal Reserve en de Europese Centrale Bank de rentes in 2025 verder zullen verlagen. Dit is goed nieuws voor private equity. Voor nieuwe investeringen is dit belangrijk doordat lagere rentes leiden tot lagere financieringskosten voor overnames.
Voorbeeld: Stel je voor dat een private equity fonds een bedrijf wil overnemen voor €100 miljoen. Als de rente 5% is, bedragen de jaarlijkse rentekosten €5 miljoen. Als de rente echter daalt naar 3%, dalen de rentekosten naar €3 miljoen. Dit betekent dat het fonds meer geld overhoudt om te investeren in de groei van het bedrijf.
Voor nieuwe investeringen lijken er dus gunstige tijden aan te breken. Het is dan ook een vast onderdeel van Capler’s beleggingsbeleid om in nieuwe private equity fondsen te investeren. Echter, bij het investeren in nieuwe fondsen moeten we er rekening mee houden dat het waarschijnlijk een jaar of 5 zal duren voordat de rendementen ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Maar wat in het vat zit verzuurt niet.
De korte termijn: verhoogde liquiditeit en exit-mogelijkheden
Dalende rentes, voorspelbaar monetair beleid en de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen zijn ook gunstig voor een algemeen ondernemersklimaat en waarderingen van bestaande investeringen.
Hierdoor zal naar verwachting meer liquiditeit in de markt ontstaan. Door gunstig economisch beleid zullen de waarderingen van (private) ondernemingen omhoog gaan. Dit triggert verschillende exit mogelijkheden voor bestaande private equity portefeuilles (via fusies & overnames, of door een beursgang). In gewone taal betekent dit gunstige omstandigheden om bestaande bedrijven in de portefeuilles van private equity voor een goede prijs te kunnen verkopen.
Met de succesvolste beursintroductie van Vishal Mega Mart op de Indiase beurs ooit voor een bedrag boven de €4 miljard, heeft Partners Group zo’n exit in december 2024 al gerealiseerd.
De investeringsfilosofie bij Capler profiteert van deze ontwikkelingen. Wij spreiden dan ook bewust over historische investeringsjaren, zodat er niet alleen recent aangekochte bedrijven in de portefeuille zitten, maar juist ook bedrijven die in het verleden zijn aangekocht. Een bedrijf als Vishal Mega Mart is in 2018 door Partners Group aangekocht en kan juist nu door een gunstig beursklimaat zijn rendement verzilveren, waar de beleggers in het Capler Private Equity fonds direct van profiteren.
De middellange termijn: blijvende aantrekkingskracht van het middensegment
Niet geheel verrassend, maar de fondsmanagers die actief zijn in de markt van de kleinere en middelgrote bedrijven blijven veel kansen zien in deze markt.
Het middensegment zijn bedrijven met een waardering tussen de €250-€1.000 miljoen. Het klein segment zijn vaak bedrijven met een waardering kleiner dan €250 miljoen. Deze bedrijven worden vaak over het hoofd gezien door grotere fondsen, waardoor er minder concurrentie is en lagere instapprijzen.
Onderstaande tabel, gepubliceerd door Schroders, toont de kans binnen het middensegment. Het meeste beschikbare private equity kapitaal (70%) is momenteel gericht op de grootste bedrijven (1%).

Afbeelding 1. National Center for Middle Markets, Burgiss, inclusief alle Noord-Amerikaanse buyouts. De Lower Middle Market wordt gedefinieerd door fondsen met een omvang tussen $50 miljoen en $500 miljoen. De Middle Market wordt gedefinieerd door fondsen met een omvang tussen $501 miljoen en $2 miljard. Large Cap wordt gedefinieerd door fondsen met een omvang groter dan $2 miljard. Bron: www.schroders.com
Bij Capler hebben we veel onderzoek gedaan naar de prestaties binnen private equity en wat de meest robuuste investeringsstrategieën zijn. De kansen binnen het klein- en middensegment vallen daarbij op met stabielere en bovengemiddelde prestaties. Een gedeelte van onze portefeuille is daarom specifiek op dit segment gefocust.
Conclusie
Na een aantal roerige jaren in de financiële markten, wordt er met bescheiden optimisme gekeken naar de vooruitzichten voor private equity in 2025. Hoewel er nog altijd uitdagingen zijn, lijken verschillende factoren de weg vrij te maken voor een gunstig investeringsklimaat.
Beleggers die bereid zijn om een lange termijn visie aan te nemen, kunnen daarmee profiteren van de potentiële voordelen die private equity te bieden heeft.
Zelf nalezen wat de fondsmanagers zeggen over private equity? De marktrapporten die publiekelijk toegankelijk zijn vindt u via onderstaande links:
- BlackRock: 2025 Private Markets Outlook: A new era of growth
- Partners Group: Private Markets Outlook 2025: Building value in a ‘brave new world‘
- Neuberger Berman: Solving for 2025
- Schroders: Private Equity 2025 Outlook: Soft landings into dry powder
Hoe werkt carried interest bij private equity fondsen?
Carried interest is een extra vergoeding die de manager van een private equity fonds ontvangt voor goede prestaties. Bijna alle private equity fondsen gebruiken een vorm van deze prestatievergoeding om de belangen van investeerders in het fonds gelijk te stellen aan de belangen van de uitvoerders van de beleggingsstrategie. In dit artikel leggen we uit wat carried interest is, wat de implicaties zijn en waarom wij als Capler geen prestatievergoeding rekenen.
Natuurlijk betalen we het liefst zo min mogelijk vergoedingen voor onze beleggingen. Bij private equity fondsen is carried interest echter momenteel nog de standaard. Daarom is het goed om ons bewust te zijn van de verschillende vormen van deze prestatievergoedingen, zodat we zorgvuldige beleggingsbeslissingen kunnen nemen. Het analyseren en beoordelen van de prestatievergoedingen van de fondsen waarin wij als Capler beleggen is van groot belang tijdens onze onderzoeksfase en de kennis op dit onderwerp delen wij graag.
Wanneer delen private equity managers in het rendement?
Een private equity fonds investeert normaal in een portefeuille van 10-25 bedrijven. Na een aantal jaren verkopen zij deze bedrijven weer en verzilveren zij zo hun rendement.
De meest gebruikelijke vergoeding voor een fondsmanager bestaat uit de zogenaamde 2%-20% regel. Hierbij is de jaarlijkse vaste beheervergoeding 2%, en de 20% staat voor het winstdelingspercentage, oftewel de carried interest. Met deze winstdeling wordt de manager van een fonds beloond voor het behalen van een goed rendement.
Om investeerders in private equity fondsen te belonen voor het genomen risico, ontvangen private equity managers niet over alle resultaten een prestatiebonus. Als een fonds slechts een rendement van 5% per jaar zou halen, zouden we als investeerders ontevreden zijn over de geleverde prestaties. Daarom is er vaak minimum rendementseis voordat de winstdeling plaatsvindt (‘hurdle rate’). Deze kan op 2 manieren berekend worden:
- Winstdeling boven een minimum rendementspercentage (‘preferred return’). Marktconform is 8% per jaar als minimum rendementspercentage.
- Winstdeling boven een ratio: uitgekeerd rendement / geïnvesteerd kapitaal (‘Dividends to Paid In capital – DPI’). Veel gebruikt is dat managers pas meedelen in de winst nadat 1,25x (inleg + 25% rendement) is uitgekeerd.
Beide rekenmethodes worden voor verschillende type fondsen gebruikt en hebben voor de investeerders in deze private equity fondsen voor- en nadelen. Zo is het minimum rendementspercentage gunstig voor investeerders doordat het rekening houdt met een lange looptijd van het fonds, terwijl de DPI methode de nadruk legt op een absolute hoeveelheid aan geld die investeerders verdienen, voordat de managers van private equity fondsen meedelen in het succes.
De kleine lettertjes: what’s the catch(-up)?
Naast de winstdelingspercentages en hurdle rates van carried interest is er nog een belangrijk aspect om rekening mee te houden. De catch-up.
Laten we naar een fonds kijken met:
- 8% als minimum rendementseis
- En een 20% carried interest
Een catch-up is letterlijk vertaald: ‘inhaalslag’. Dat betekent dat de private equity manager een inhaalslag maakt op zijn winstdeling. Als het fonds meer dan de drempel van 8% per jaar maakt, zal het volledige rendement boven de hurdle rate (8%) naar de private equity manager gaan, totdat de manager het carried interest percentage (20%) heeft bereikt (80% voor de investeerder, 20% voor de manager).
Dat betekent:
- Bij een rendement van 9%, er 1% naar de manager gaat en 8% naar de investeerder.
- Bij 10% gaat er 2% naar de manager en 8% naar de investeerder.
- Bij 12% gaat er 2,4% naar de manager en 9,6% naar de investeerder.
Schematisch is dit ook in de onderstaande grafiek weergegeven.

In de grafiek is ook de zone-of-indifference gearceerd. Dat is het gebied vanaf de hurdle rate tot aan een hoger rendement, waarbij de manager van het private equity fonds alle rendementen afroomt met een catch-up clausule.
Pas na de zone-of-indifference gaat het rendement voor beleggers ook weer omhoog als het private equity fonds hogere rendementen behaald. In het rekenvoorbeeld in de grafiek is dit vanaf 10% rendement per jaar.
Prestatievergoeding bij Capler
Capler is een fund-of-funds wat betekent dat wij investeren in meerdere private equity fondsen. Prestatievergoedingen van de onderliggende private equity fondsen kunnen een grote impact op het rendement hebben en is daarom een aspect waar wij altijd kritisch naar kijken tijdens de beoordelingsprocedure van nieuwe fondsen.
Vaak rekenen fund-of-funds ook nog 5%-15% prestatievergoeding die bovenop de jaarlijkse beheervergoeding komt en die ook bovenop de 20% van de onderliggende private equity fondsen komt.
Bij Capler vinden wij dat het rendement toebehoort aan de beleggers. Wij rekenen daarom als fonds geen prestatievergoeding. De prestatievergoedingen van de onderliggende private equity fondsen zijn reeds verwerkt in onze huidige netto rendementsverwachtingen van 9,3%-12% per jaar.
Diversifieer je portfolio
Institutionele beleggers overtreffen traditionele portefeuilles met diversificatie in private equity. Jij nu ook.